Column Bart Obbels : 'Vanuit het duivennest... 'Nieuwjaarsbrief voor mijn grootmoeders' - Kerstmis en Nieuwjaar zijn normaliter de feestdagen bij uitstek. De jongste jaren heeft deze feestperiode veel van zijn glitter en glamour verloren omwille van een waaier aan virussen waarmee de mensheid wordt geplaagd. Covid-19, corona, vaccins, test- en andere certificaten... ik ben de woordenschat die de rode draad vormt doorheen onze communicatie en ons doen en laten, kotsbeu. En dan spreek ik niet alleen voor mezelf, toch?
Met nieuwjaarsdag worden traditiegetrouw – voornamelijk door kinderen – nieuwjaarsbrieven voorgelezen aan ouders, meter, peter, grootouders en geliefden. Ik herinner uit mijn kindertijd dat ik die brieven voorlas voor mijn peter en meter en dan vooral met de intentie om op het einde het al even traditionele cadeautje te mogen ontvangen. Voor mijn peter, ook al heb ik zelf met mijn kleinzoon Lars al een petekind, lees ik jaarlijks nog een brief, of toch niet. Toen ik achttien werd, keerde het tij en sindsdien breng ik mijn nonkel Karel jaarlijks op nieuwjaarsdag een fles jenever of whisky. Nog steeds.
Mijn grootmoeders zijn al geruime tijd geleden overleden. Mijn meter was mijn grootmoeder Martha of kortweg 'ons moe'. Zij woonde naast mijn ouderlijk huis en ik heb meer tijd bij haar doorgebracht dan thuis. Ik had een vertrouwensband met haar, ze kon geweldig koken... met andere woorden als ik haar moest beschrijving zou dat tot een bloemlezing van ettelijke pagina's leiden. In een emotionele bui mis ik haar nog steeds.
Ook mijn andere grootmoeder, Josephine die ik met moemoe Pulle aansprak, was een gouden vrouw waarover ik alleen in superlatieven kan praten. Zij was vooral een sterke vrouw. Mijn vader was de oudste van zes kinderen toen hij op het einde van de oorlog zijn vader op zevenjarige leeftijd verloor door een verdwaalde bom die in Pulle neerviel. Zij voedde haar zes kleine kinderen alleen op.
Aan hen beiden wil ik dit jaar opnieuw een nieuwjaarsbrief schrijven om mijn wensen voor 2022 kenbaar te maken.
'Liefste moe en moemoe,
Laat me mijn brief starten met de hoop uit te spreken dat jullie momenteel ergens genieten in het hiernamaals waarin jullie zo rotsvast geloofden.
De tijden zijn weeral veranderd, maar dat zeiden jullie destijds ook. Maar moemoe, moest je nu naar 'het gesproken dagblad', zoals jij de nieuwsuitzending op tv noemde, kijken, zou je grote ogen trekken. Jij was destijds al heel politiek bewust en kritisch en ik vrees dat je nu ook een vermanende vinger zou opsteken voor het bestuurlijk geklungel in dit landje.
Kortweg kan ik het niet beter omschrijven met de woorden die ik enkele dagen geleden opving: 'De huidige chaos in dit land is het gevolg van een politieke kakofonie'. Deze laatste term kan je best omschrijven als een rommelig geheel van vele klanken door elkaar. Neem nu een fanfare die door de dorpstraten trekt en muziekstukken speelt, maar nooit repeteert. Het jongste voorbeeld was dat de Raad van State ongegronde beslissingen van het overlegcomité terugfloot. Alweer gezichtsverlies voor onze politieke leiders en hun gevolg. Niemand wou voor de buis reageren op deze flagrante aanfluiting. Ze zouden het schaamrood op hun wangen geenszins kunnen verbergen. Maar geen nood. Als er straks verkiezingen zijn, behoren de Vlaamse regeringspartijen – stemmenverlies of niet – toch weer tot de winnaars. Dat komt omdat traditionele partijen daarvoor een pact hebben afgesloten onder de noemer cordon sanitaire. Een logische berekening leidt dan altijd tot succes. Hoe hoger de score van de uitgesloten partij, hoe beter voor de rest van het deelnemersveld dat dan alle versnipperde partijen nodig heeft om een meerderheid in het parlement te halen. Meerderheid is meerderheid en dat moet je als democraat accepteren. Maar die diversiteit van een rist kleine partijen, die allen af en toe de hoogste toon willen spelen in de fanfare, leidt om de haverklap tot een kakofonie die oren van de gewone burger doen tuiten.
Dus moemoe, ik vrees dat op het bestuurlijk terrein ook in 2022 de wanklanken hoorbaar gaan blijven. Niettemin is mijn wens dat de politiek zich gaat herbronnen met de vraag hoe de maatschappij moet georganiseerd en bestuurd worden in het voordeel van de burger die met zijn belastingsgeld de lonen van verkozenen en hun entourage betaalt.
Lieve Moe, jij vond een liefdevolle band met familie en vrienden heel belangrijk. Er kwam altijd wel iemand op bezoek en de buren kenden elkaar en hielpen elkaar waar nodig. Een terugkeer naar die maatschappij waarin we op straat speelden met iedereen uit de buurt is een utopie, dat besef ook ik. Het merendeel van de gezinnen werkt ook niet meer op een zucht van de woonbplaats. Als 's avonds iedereen eten heeft gehad en de kinderen na hun huiswerk in bed kunnen, staat de kleine wijzer van de klok op vele plaatsen al voorbij de acht. Dat beeld draai je niet meer terug. Maar als dat lelijke woord Covid ons iets geleerd heeft, dan is het de beperking om op sociaal vlak te genieten van elkaar. Dat moet ons bewust maken om oplossingen te zoeken om in deze moeilijk tijd elkaar te vinden. Dat is althans mijn wens voor 2022.
Lieve moe en moemoe, ik heb nog vele nieuwjaarswensen, maar beperk me nog tot een enkele die ik niet beter kan omschrijven met het lied 'Laat ons een bloem' van Louis Neefs. Volgende flard uit de tekst zegt voldoende:
'Laat ons een bloem
En wat gras dat nog groen is
Laat ons een boom
En het zicht op de zee
Vergeet voor een keer
Hoeveel geld een miljoen is
De wereld die moet nog een eeuwigheid mee.'
Eenvoudige woorden die niet alleen op het behoud van onze natuur duiden of verwijzen naar de opwarming van ons klimaat, PFOS-verontreiniging, overstromingen... maar naar een gewaarborgde, onbezorgde toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen zodat mijn petekind Lars weer nieuwjaarsbrieven kan schrijven boordevol positief en opbeurend nieuws.
En tot slot van mijn brief liefste moe en moemoe:
Een kusje hier en een kusje daar en gelukkig nieuwjaar.
Van je kapoen,
Bart
Grobbendonk, 1 januari 2022'.
Bart Obbels, journalist / NNieuws.